-
Verwarm de oven voor op 160°C en vet een ronde bakvorm (ongeveer 24 cm diameter) in met plantaardige olie.
-
In een grote kom, meng je de boter en suiker tot een luchtig mengsel.
-
Voeg één voor één de eieren toe en meng goed na elke toevoeging.
-
Voeg de bloem, vanille-extract, kaneelpoeder, kruidnagel, nootmuskaat, kardemom en zout toe aan het boter-suikermengsel. Meng goed tot een glad beslag.
-
Verdeel het beslag in twee gelijke delen.
-
Voeg aan één deel, het cacaopoeder en extra kaneelpoeder toe en meng goed.
-
Begin met een laag van het lichte beslag in de bakvorm en strijk het glad met een spatel.
-
Bak in de voorverwarmde oven gedurende 4 tot 6 minuten, of tot de laag lichtbruin is geworden.
-
Haal de bakvorm uit de oven en voeg een laag van het donkere beslag toe over de lichte laag.
-
Strijk het glad met een spatel en bak opnieuw gedurende 4 tot 6 minuten, of tot de donkere laag lichtbruin is geworden.
-
Herhaal de lagen licht en donker beslag totdat al het beslag op is.
-
Je kunt zoveel lagen maken als je wilt, maar traditionele spekkoek heeft meestal 18 tot 20 lagen.
-
Eindig met een laag van het lichte beslag bovenop en bak de spekkoek nogmaals gedurende 4 tot 6 minuten, of tot de bovenste laag lichtbruin is geworden.
-
Haal de bakvorm uit de oven en laat de spekkoek volledig afkoelen in de vorm.
-
Eenmaal afgekoeld, kun je de spekkoek uit de vorm halen en in plakjes snijden om te serveren.