
Een heerlijke variant op nasi goreng.
Kook de rijst in ruim water, en voeg een scheutjes ketjap toe, samen met de bouillonblokjes en een beetje olie.
Giet de rijst daarna af in een vergiet en laat het afkoelen.
Kook het kipfilet in water met 2 bouillonblokjes, 1 schoongemaakt knoflookteentje en 1 takje selderij gaar.
Pers de overigen knoflooktenen fijn, maak de ui schoon en snipper deze fijn.
Rasp de gember en snij de over gebleven takjes selderij.
Olie in een wok of koekenpan verhitten en daarin de gesnipperde, de trassi, knoflook en gember fruiten.
Snij de gekookte kipfilet aan kleine stukken en voeg deze toe. Het geheel ongeveer 1 minuut laten bakken.
Nu de overigen ingrediënten toevoegen, behalve de rijst, en een goede scheut water. Dus nu toevoegen de zoute ketjap, de chili saus, zwarte peper, djinten, ketoembar en de zoete marinade met ketjap.
Gedurende 4 a 5 minuten, en onder regelmatig doorroeren laten bakken.
Nu beetje bij beetje de gekookte rijst toevoegen en langzaam roeren.
Bij Surinaamse nasi kun je vanzelfsprekend ook satésaus en satë serveren alsmede kroepoek, en het smaakt heerlijk in combinatie met een verse en frisse salade van bijvoorbeeld tomaat, komkommer.